Financiën
Bedragen x € 1.000 | |||
Begroting stand Burap | Mutatie Narap | Gewijzigde Begroting | |
Financiën | 2025 | 2025 | 2025 |
Lasten | 9.848 | -4.832 | 5.017 |
Baten | -488.654 | -7.558 | -496.212 |
Saldo van lasten en baten | -478.806 | -12.389 | -491.195 |
Toevoegingen reserves | 21.854 | 6.031 | 27.885 |
Onttrekkingen reserves | -12.807 | -599 | -13.406 |
Totaal saldo incl. reserve mutaties | -469.759 | -6.957 | -476.716 |
Toelichting mutaties
Ten opzichte van de Voorjaarsnota 2025 zijn de lasten € 4,83 mln. lager en de baten zijn € 7,56 mln. hoger. De toevoegingen aan de reserves zijn € 6,03 mln. hoger en de onttrekkingen aan de reserves zijn € 0,60 mln. hoger. De verschillen worden hieronder toegelicht. Als de mutatie een relatie heeft met een ander programma dan wordt dit aangegeven in de voorlaatste kolom. In de financiële toelichting staat vermeld om welke programma's dit gaat.
(Bedragen x € 1.000)
Omschrijving | Lasten | Baten | Toevoeging reserves | Onttrekking reserves | Saldo programma | Relatie ander programma | Saldo |
|---|---|---|---|---|---|---|---|
Mutaties met een effect op de Begroting | |||||||
1. Renteontwikkelingen | 153 | -1.658 | - | - | -1.505 | - | -1.505 |
2. Gemeentefonds meicirculaire | - | 6,184 | - | - | 6.184 | 4.131 | 10.315 |
3. Gemeentefonds septembercirculaire | - | -11.867 | - | - | -11.867 | 1.624 | -10.243 |
4. Financieel effect CAO | -6.258 | - | - | - | -6.258 | 3.139 | -3.119 |
5. Reclameopbrengsten | - | -200 | - | - | -200 | - | -200 |
6. Onderuitputting Jaarrekeningresultaat | 800 | - | - | - | 800 | - | 800 |
7. Toerekening capaciteit | 376 | - | - | - | 376 | -73 | 303 |
8. Overige kleine begrotingsbijstellingen | 97 | -16 | - | - | 81 | - | 81 |
Mutaties met een saldo neutraal effect op de Begroting | |||||||
A. Reserve Budgetoverhevelingen | - | - | 6.031 | -599 | 5.432 | -5.432 | - |
B. Egalisatiereserve | - | - | - | - | - | - | - |
Totaal | -4.832 | -7.557 | 6.031 | -599 | -6.957 | 3.389 | -3.568 |
Mutaties met een effect op de Begroting
1. Renteontwikkelingen
In 2025 worden lagere rentelasten op treasury verwacht (€ 1,51 mln.). Dit komt vooral doordat er minder leningen nodig zijn dan vooraf gedacht. De reden hiervoor is dat er meer geld van het Rijk wordt ontvangen en minder wordt geïnvesteerd. Ook is de rente op korte leningen lager. Daarnaast zijn de lasten en baten hoger, omdat er meer reserves zijn dan gepland. Hierdoor wordt extra rente doorgerekend. Dit zorgt voor hogere lasten (€ 1,66 mln.). Deze lasten worden doorbelast aan de producten, waardoor daar extra baten tegenover staan (€ 1,66 mln.).
2. Gemeentefonds meicirculaire
De lagere inkomsten uit de meicirculaire worden verwerkt in dit programma Hoofdstuk Financiën (€ 6,18 mln.). Vervolgens worden de taakmutaties en decentrale uitkeringen als lastenbudgetten toegevoegd aan de bijbehorende programma's (€ 4,13 mln.). (Zie ook programma's, Kansengelijkheid , Verstedelijking , Gezondheid en Samenwerken aan Zaanstad ) .
3. Gemeentefonds septembercirculaire
De hogere inkomsten uit de mei- en septembercirculaire worden verwerkt in dit programma Hoofdstuk Financiën (€ 11,87 mln.). Vervolgens worden de taakmutaties en decentrale uitkeringen als lastenbudgetten toegevoegd aan de bijbehorende programma's (€ 1,62 mln.). (Zie ook programma's, Kansengelijkheid , Duurzaamheid , Gezondheid en Samenwerken aan Zaanstad ) .
4. Financieel effect CAO
De lasten van de nieuwe CAO vallen in 2025 lager uit. Dit komt doordat er in de begroting was gerekend met een hoger percentage én omdat de CAO pas op 1 april 2025 is ingegaan in plaats van op 1 januari (€ 3,12 mln.). Het budget van € 3,14 mln. is toegevoegd aan het capaciteitsbudget.
5. Reclameopbrengsten
Bij de Voorjaarsnota 2025 was per abuis de aanschaf van Abri’s (halfopen wachthuisjes bij de bushalte) begroot op het budget voor reclameopbrengsten. Deze begrotingswijziging wordt hierbij gecorrigeerd (-€ 0,20 mln.).
De kapitaallasten van de aanschaf van deze Abri's zijn inmiddels verwerkt in de begroting 2026-2029.
6. Onderuitputting Jaarrekeningresultaat
Op basis van de analyse van de Jaarrekeningen 2019 tot en met 2023 was een voordeel begroot binnen dit hoofdstuk Financiën, onderdeel Belastingen. Dit verwachte voordeel wordt niet gerealiseerd. Dit leidt tot een nadeel van € 0,80 mln.
7. Toerekening capaciteit
Via de kostenverdeling zijn de apparaatslasten en -baten verdeeld. Een nadere toelichting op deze toerekening is opgenomen in de paragraaf Bedrijfsvoering.
8. Overige kleine begrotingsbijstellingen
Het restant van € 0,08 mln. wordt verklaard door diverse relatief kleine begrotingsbijstellingen.
Mutaties met saldo neutraal effect op de Begroting
A. Reserve Budgetoverhevelingen
In de Narap worden incidentele budgetten die in 2025 niet (volledig) worden uitgegeven doorgeschoven naar 2026. Dit gebeurt via de reserve Budgetoverhevelingen. Het gaat om de volgende toevoegingen aan de reserve:
- Programma Kansengelijkheid : onderwijshuisvesting (€ 0,83 mln.), aanpak overlast asielzoekers (€ 0,20 mln.) en problematische schulden (€ 0,16 mln.) en Participatiewet in Balans (€ 0,32 mln.).
- Programma Verstedelijking : geluidschermen (€ 0,24 mln.) en MAAK-Zuid (€ 0,18 mln.).
- Programma Gezondheid : ontwikkelbudget sociale basis (€ 1,63 mln.), proeftuin kind- en gezinsbescherming (€ 0,63 mln.), beheer buitensport (€ 0,25 mln.). en huisvesting Jeugd- en Wijkteams (€ 0,17 mln.).
- Programma Economie, Kunst en Cultuur : uitvoeringsagenda economie (€ 0,50 mln.) en aanpak evenementen (€ 0,09 mln.).
- Programma Samen werken aan Zaanstad : bedrijfsapplicaties en invoering nieuwe wetgeving (€ 0,84 mln.).
Daarnaast wordt er ook aan de reserve Budgetoverhevelingen onttrokken:
- Programma Verstedelijking : Er worden middelen uit de reserve gehaald voor de Gerrit Bolkade (€ 0,60 mln.). Dit bedrag was in 2024 aan de reserve toegevoegd
B. Egalisatiereserve
In de Begroting 2026 is opgenomen dat de mutaties van de jaarschijf 2025 van de meicirculaire (€ 10,32 mln.) en de incidentele compensatie 2023 en 2024 voor Jeugd (-€ 7,28 mln.) zo’n grote impact hebben op de cijfers, dat ze worden verwerkt in de beginstand van de egalisatiereserve per 1 januari 2026. Per saldo leiden deze mutaties tot een onttrekking (€ 3,04 mln.) uit de egalisatiereserve (conform het besluit van de Begroting 2026). Nu alle informatie met betrekking tot de Narap bekend is, blijkt dat de onttrekking niet nodig is, vanwege het positieve resultaat van de Narap. De onttrekking uit de egalisatiereserve wordt daarom weer teruggedraaid (-€ 3,04 mln.), waardoor er per saldo geen onttrekking uit de egalisatiereserve plaatsvindt.
Bovenstaand overzicht toont de mutaties op het hoofdstuk Financiën per begrotingswijziging. De toelichting op de begrotingswijzigingen en het effect over de programma's heen is ook te vinden in de bijlage 'Begrotingswijzigingen' van de Narap 2025 op financiën.zaanstad.nl .
